Nieuwe Wet inburgering, nieuwe kansen
Eerst even terug naar het begin. Wat was ook alweer de insteek van de nieuwe Wet inburgering? De wet beoogt dat inburgeraars zo snel en volwaardig mogelijk meedoen in de maatschappij, het liefst via onderwijs en betaald werk. Een compleet overzicht van alle veranderingen vind je in het NT2 Dossier. De drie grote veranderingen zijn:
- Regie terug bij de gemeente;
- B1 is de nieuwe norm;
- De nadruk ligt op participatie.
Het is goed om deze veranderingen in het juiste perspectief te plaatsen. Want hoe ingewikkeld iedere verandering ook is, het biedt een hoop kansen. De nieuwe wet legt een hernieuwde nadruk op participatie. Bovendien zijn er verschillende nieuwe routes om te kunnen inburgeren. Dat geeft cursisten een ruimere mogelijkheid om het eigen doel op het juiste niveau te bereiken.
Ook de combinatie van werk, studie en taal verwerven is veelbelovend. Dat betekent niet dat het makkelijk zal zijn, integendeel, het is een zware taak, maar het is ook erg noodzakelijk en bevredigend. Bovendien is het goed om te blijven relativeren. Want waar de wetten, regels en voorschriften veranderen, blijft de kern voor de NT2-docent hetzelfde: mensen met een zeer diverse achtergrond helpen met taal verwerven en participeren in de samenleving.
De regie bij de gemeenten
Tot 1 januari 2022 was de inburgeraar zelf verantwoordelijk voor het inburgeringstraject. In de nieuwe wetgeving is het de gemeente die als taak heeft de wet uit te voeren. De wet geeft kaders mee, maar de gemeente vult hem naar eigen inzicht in.
In de praktijk kan dit zorgen voor grote verschillen tussen gemeenten. De nieuwe Wet inburgering is daarnaast een adaptieve wet, wat betekent dat de wet de komende jaren nog een beetje kan veranderen aan de hand van ervaringen en voortschrijdend inzicht. Dat klinkt alles bij elkaar misschien ingewikkeld, maar het brengt ook voordelen met zich mee. Zo sluit de uitvoering zoveel mogelijk aan bij lokale omstandigheden en worden logge bureaucratische machines voorkomen.
Obstakels voor de NT2-docent
Wat zijn dan de obstakels voor jou als NT2-docent? Ten eerste kan het voorkomen dat de gekozen leerroute in de praktijk niet de juiste keuze blijkt te zijn voor de cursist. Een cursist die de B1-route volgt kan na 600 uur les eventueel afschalen naar A2. Binnen anderhalf jaar kan een cursist ook overschakelen van de Z- naar B1-route of omgekeerd.
Hierin ligt voor de NT2-docent een belangrijke taak. Zo’n beslissing is een grote verantwoordelijkheid die niet op observatie en inzicht van de docent alleen te nemen valt. Denk eraan om toetsen in te zetten om je observaties te ondersteunen. En zorg ervoor dat je goed contact hebt met de taalschool of de klantbegeleider, zo kun je op tijd eventuele moeilijkheden samen bespreken.
De grote nadruk die in de B1-route op de uitstroom naar werk ligt, betekent bovendien dat een groot deel van het inburgeringstraject afhankelijk zal zijn van de expertise en de beschikbare tijd van de klantmanager en de situatie op de werkvloer zelf. Realiseer je dus dat je niet alles op je schouders kan dragen. Een inburgeringstraject wordt ingericht door heel veel verschillende partijen. Het enige wat je kunt doen, is jouw deel zo goed mogelijk uitvoeren en zorgen dat je openstaat voor samenwerking en overleg.
De nieuwe inburgeringsroutes
Een tweede belangrijke verandering zijn de gewijzigde inburgeringsroutes. In de nieuwe Wet inburgering zijn er drie nieuwe routes:
- de B1-route, gericht op inburgering en de arbeidsmarkt;
- de onderwijsroute, gericht op inburgering en toegang tot het reguliere onderwijs om een Nederlands diploma te kunnen halen;
- de Z-route, gericht op zelfredzaamheid en (arbeids)participatie.
De B1-route wordt de norm (via de onderwijsroute of de B1-route). Dit heeft op meerdere manieren invloed op de lesinhoud en aanpak in de les. Om niveau B1 te halen zal bijvoorbeeld de intensiteit van de lessen moeten toenemen. Daar komt bij dat de groepen steeds diverser zullen worden. Dit komt onder andere door het nieuwe Plan Inburgering en Participatie (PIP) dat voor iedere inburgeraar persoonlijk wordt vastgesteld. Het doel is om zoveel mogelijk maatwerk te leveren. Het plan bevat de leerroute en licht toe op welke manier de inburgeraar hieraan moet voldoen.
Daar ligt de uitdaging voor jou als NT2-docent, want hoe meer aspecten er bij een intake worden betrokken, hoe heterogener de groep automatisch wordt. Het voordeel is echter dat de gemeente verantwoordelijk is voor dit plan, en dat er een intake of leerbaarheidstoets aan voorafgaat. De intake wordt je uit handen genomen en je start ieder traject met een helder plan met duidelijke doelstellingen die jou houvast kunnen bieden.
Het gevolg is dat je goed moet kijken naar de inrichting van je lessen en je eigen competenties. Hoe druk je het ook hebt, maak tijd voor je eigen bijscholing. Werk je voor een school of taalinstelling? Zij hebben vaak een uitgebreide bibliotheek beschikbaar. Ook zijn er vaak budgetten beschikbaar voor het volgen van bijscholing of het aanschaffen van extra materialen. Je kunt er ook denken aan het inzetten van het STAP-budget voor het volgen van een verdiepende cursus.