Wat is het VUT-model?
Het VUT-model is geen nieuw model. Maar ondanks dat het model veel aandacht krijgt en je het in alle didactiekliteratuur tegenkomt, blijken veel docenten er in de praktijk mee te worstelen. ‘Ik moet het doen, maar het levert niets op’, ‘Ik vind het saai’, ‘Ik heb er geen tijd voor’, ‘Ik vind het echt belangrijk, maar het komt er steeds niet van’, zijn opmerkingen die je regelmatig hoort als het over het VUT-model gaat. De V-fase en de T-fase zijn in veel lessen het kind van de rekening.
En dat is zonde, want door vooruit te kijken naar de leerdoelen en taken, door voorkennis te activeren en na de uitvoering terug te kijken op het geleerde en op de aanpak, ontstaat een waardevolle cyclus waarmee intentioneel leren bij de cursist versterkt wordt. Bovendien geeft het VUT-model je als docent houvast om je lessen te ontwerpen. Voor je het weet is het een onderdeel dat jij en je cursisten niet willen missen. Het VUT-model staat namelijk niet naast de lesinhoud; vooruitkijken en terugkijken worden met deze aanpak een integraal onderdeel van de lesinhoud.
Wat levert het VUT-model op?
Voor een effectieve les zijn er meerdere modellen en strategieën. Waarom zou je het VUT-model moeten overwegen? Iedere docent wil dat zijn of haar cursisten veel leren en zo ver mogelijk komen in het bereiken van hun leerdoelen. Door het VUT-model consequent toe te passen, creëer je een lesklimaat waarin cursisten zelfstandig worden. Je stimuleert het autonome leren door steeds weer een beroep te doen op een actieve en reflectieve leerhouding.
Wanneer je het VUT-model goed toepast, krijgen cursisten inzicht in hun eigen leerproces en waar ze staan en wat ze nodig hebben. Zeker bij cursisten die de regie graag in de handen van de docent leggen, draagt het toepassen van het VUT-model bij aan het zelfstandig leren. Juist het cyclisch opbouwen van de lessen, het meenemen en uitbouwen van eerdere kennis, terugkijken op wat lukte en wat niet is heel belangrijk. Hiermee geef je cursisten de kans om volwaardig eigenaar te zijn van hun leerproces.
De V-fase: vooruitkijken en voorkennis activeren
In de V-fase ga ja vooruitkijken en voorkennis activeren. Je besteedt in deze fase aandacht aan wat er gaat komen, met als doel mensen nieuwsgierig te maken naar wat er komen gaat. Je stelt vragen zoals: Wat zijn de lesdoelen? Wat is het programma? Wat wil de cursist leren? Bij welke kennis kun je aanhaken? Vooruitkijken prikkelt de verbeelding en het denkproces wordt op gang gebracht. Daarnaast biedt deze fase zowel de cursisten als docenten structuur. Vooruitkijken is namelijk onontbeerlijk als voorbereiding op de uitvoering van een taak. Het helpt om na te denken over de inhoud en de aanpak van de lessen.
Naast het vooruitkijken is het activeren van voorkennis een belangrijk doel van deze fase. Voorkennis activeren is een goede leertechniek. Je wilt als docent dat jouw cursisten zoveel mogelijk begrippen en kennis over het thema in hun hoofd activeren. De relevante kennis (talig, maar ook bijvoorbeeld vanuit ervaring) die ze al hebben, moet oplichten. Gerjanne Dirksen legt het belang van voorkennis als volgt uit: ‘Leren en onthouden begint vaak bij aandacht. Hoe meer gerichte aandacht het brein geeft aan een ervaring des te beter verwerken en onthouden we de ervaring. Alles wat je aandacht geeft, groeit in het brein.’ 2
De T-fase: terugkijken
De andere fase die we in dit artikel uitlichten is de laatste fase van het VUT-model: de T-fase. Het is de fase waarin samen met de cursist doelbewust wordt terugkeken naar de les (of een onderdeel van de les). Het grote voordeel van deze fase is dat zowel de docent als de cursist meer zicht krijgen op de leerresultaten, op de aanpak of op de (nieuwe) leerwensen. In deze fase controleer je bovendien of de leerdoelen gehaald zijn. Het is belangrijk om in de T-fase ook tijd in te bouwen voor het herhalen van de lesstof. Herhaling is nodig om goed te kunnen leren, het zorgt ervoor dat de lesstof beter beklijft.
V & T: onlosmakelijk verbonden
Terugkijken is bovendien reflecteren op gedrag en de toekomst. Wat moet je doen om het beter te doen? Wat moet je nog leren? Terugkijken kan niet zonder dat er vooruitgekeken is. Kijken of de doelen gehaald zijn? Dan moeten de doelen wel bekend zijn. En zo zie je maar weer, het woord ‘VUT-model’ klinkt misschien vrij statisch, maar in de praktijk gaat het om een dynamisch, cyclisch proces dat cursist en docent samen constant doorlopen. De opbrengst van de ene fase, is de input voor de volgende fase.