Inburgeren in het buitenland: het basisexamen inburgering in het buitenland
In twee situaties moet je al voordat je naar Nederland komt een examen afleggen:
1) Wanneer je naar Nederland komt om bij je partner of echtgenoot/echtgenote te wonen of;
2) Wanneer je geestelijk bedienaar bent (iemand die werk heeft dat te maken heeft met een godsdienst, kerk of andere levensbeschouwing)
Als dit jouw situatie is, leg je op de Nederlandse ambassade of op het consulaat in je thuisland het ‘basisexamen inburgering in het buitenland’ af. In dit examen moet je laten zien dat je Nederlands kunt lezen en spreken op A1-niveau, en dat je kennis hebt van de Nederlandse samenleving.
Inburgeren in Nederland: het inburgeringsexamen
De meeste mensen die moeten inburgeren in Nederland doen dit door het inburgeringsexamen af te leggen. Dit is een examen dat uit 7 onderdelen bestaat. In alle gevallen is het zo dat je voor alle onderdelen moet slagen. Je kunt de examens van de verschillende onderdelen op aparte momenten doen of je kunt ervoor kiezen om meerdere onderdelen op één dag te doen.
Dit zijn de zeven onderdelen van het inburgeringsexamen volgens de Wet Inburgering:
• Examen Lezen op taalniveau B1 of hoger
• Examen Luisteren op taalniveau B1 of hoger
• Examen Schrijven op taalniveau B1 of hoger
• Examen Spreken op taalniveau B1 of hoger
• Examen Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM): dit onderdeel gaat over hoe mensen in Nederland met elkaar omgaan en wat de regels zijn in Nederland. Meer weten? Klik hier voor het kennisdossier.
• De Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP): je maakt kennis met en bereidt je voor op de Nederlandse arbeidsmarkt. De gemeente bepaalt op basis van een eindgesprek of je dit onderdeel hebt afgerond.
• Het Participatieverklaringstraject (PVT): na deelname onderteken je een participatieverklaring, waarmee je aangeeft betrokken te zijn bij de Nederlandse samenleving en bereid bent om een bijdrage te leven aan de samenleving.
De onderdelen Lezen, Luisteren, Spreken en Kennis Nederlandse Maatschappij (KNM) doe je op de computer. Je krijgt bijvoorbeeld filmpjes te zien en moet daar vragen over beantwoorden. Alle vragen zijn in het Nederlands.
Het onderdeel Schrijven doe je met pen en papier. Je krijgt opdrachten zoals: een briefje schrijven, een formulier invullen of zinnen afmaken. Alle opdrachten zijn in het Nederlands.
Wil je weten hoe je je kunt voorbereiden op het inburgeringsexamen? Klik hier.